DNA-Profiel

Van elke stamboomhond is tegenwoordig een DNA-profiel aanwezig. Het DNA-profiel van de ouders wordt opgevraagd, en van elke pup wordt door een medewerker van de Raad van Beheer DNA afgenomen. Op deze manier is 100% vast te stellen van welke ouder de pups zijn. Geen DNA Onbekend voor een stamboomhond.

Elleboogdysplasie

Elleboogdysplasie is een ontwikkelingsstoornis van met name het kraakbeen in de gewrichten. Het kan erfelijk zijn, maar omgevingsfactoren spelen vaak ook een rol bij het krijgen van de aandoening. Hierbij kun je denken aan allerlei bewegingen die je met een hond in de groei niet moet doen: te lang wandelen, op  terreinen met 'onregelmatige' oppervlakken zoals het bos, en zeker de duinen en wandelen op het mulle zand op het strand. Het achter een bal aanhollen is het eerste jaar niet verstandig. Ook het te veel spelen met andere honden (vaak leuk om te zien) is niet goed voor de ontwikkeling, bouw dit rustig op. 

Heupdysplasie 

Dit is een aandoening die veel voorkomt bij honden. Het heupgewricht is dan in de basis niet goed gevormd, waardoor de onderdelen van de heup niet goed op elkaar passen, De hond heeft pijn en problemen met lopen. De aanleg voor heupdysplasie is voor een deel erfelijk, maar omgevingsfactoren spelen vaak ook een rol bij het krijgen van de aandoening.

Patella Luxatie

Patella Luxatie is een aandoening aan de knie. Tijdens het buigen en strekken glijdt de knieschijf (patella) over het bovenbeen in een geultje. De vorm en diepte van de geul en het stevige gewrichtskapsel rond de knie zorgen dat de knieschijf in de geul blijft tijdens deze beweging. Patella Luxatie is een te losse knieschijf: deze blijft niet keurig in het geultje tijdens bewegen en beweegt naar binnen of naar buiten. Net als bij heupdysplasie en elleboogdyplasie is er een erfelijke basis mogelijk, maar ook hier kunnen omgevingsfactoren een rol spelen.

PHPT

Bij deze ziekte wordt door één of meerdere bijschildklieren te veel bijschildklierhormoon (dit hormoon reguleert de kalkconcentratie in het bloed) aangemaakt, waardoor het bloed een te hoge kalkspiegel krijgt en de klier gaat vergroten. De hond kan nierproblemen krijgen, maar daarnaast ook een tumor ontwikkelen op één van de bijschildklieren.De ziekte wordt overgedragen door een dominant defect gen. Wanneer de reu en de teef vrij zijn van het defecte gen zijn de nakomelingen eveneens vrij.